De ambulancedienst Hollands Midden heeft een pittig jaar beleefd in 2021 blijkt uit het jaarverslag en uit de extra informatie die de dienst gaf na vragen van Gouwe IJssel Nieuws. Naast de drukte door corona waren de quarantainemaatregelen, het hoge ziekteverzuim en de flink gestegen ritaantallen oorzaak dat er geen betere prestaties konden leveren.
De ambulance was in 2021 in 95% van de spoedgevallen (A1) binnen 16,5 minuten ter plaatse in de regio. In 98,9% van de gevallen was de ambulance er binnen 20 minuten. De landelijke huidige wetgeving stelt dat de ambulancedienst op regioniveau, gemiddeld per jaar voor A1 95% binnen 15 minuten moet bereiken.
Van de 58.000 inzetten was 11 % over geheel 2021 aan corona gerelateerd. Voor deze ritten gold dus dat specifieke hygiëne maatregelen nodig waren, waardoor de inzetten langere tijd vergden.
Deze norm is volgens de woordvoerder medisch inhoudelijk gezien niet relevant. “Immers is in die gevallen waar de tijd echt een factor is (de tijdkritische inzetten, zoals reanimatie, verbloeding en verstikking) te lang. Voor de overige ritten is 15 minuten voor het slachtoffer/ de patiënt niet van invloed op de overleving. Natuurlijk duurt wachten altijd (te) lang, maar als we i.p.v. na 15 er na 20 minuten zijn zal die patiënt er niet aan dood gaan. In overeenstemming met de minister is er voor gekozen om daarom over te gaan stappen naar een nieuwe urgentie-indeling. Die nieuwe urgentie-indeling is een behoorlijk project. Landelijk ligt hiervoor de regie bij Ambulancezorg Nederland. Regionaal per RAV starten we binnenkort met de voorbereidingen om, naar verwachting per 1 januari 2023, over te kunnen stappen naar een systeem met een extra spoed urgentie. A0 wordt dan als hoogste urgentie voor de tijdkritische ritten toegevoegd“.
Tijdkritische zorgverleningen zijn goed geborgd. De eerste minuten zijn hier van
levensbelang. Daarom zijn de meldkamercentralisten getraind en toegerust om melders zelf
levensreddende handelingen te laten uitvoeren
In het jaarverslag staat vooral hoe belangrijk de steun is van assistentie tijdens een melding van een reanimatie : Waar (mogelijk) sprake is van een reanimatie wordt een beroep gedaan op de Brandweer First Responders, Politie noodhulpeenheden, burgerhulpverleners en op het strand en
in het duingebied op de KNRM, de Reddingsbrigades en Staatsbosbeheer. Ervaringen met al deze first responders zijn positief. De responstijd van de ambulance bij meldingen van een mogelijke reanimatie lag in 2021 gemiddeld rond de 8:30 minuten. Brandweer first responders waren 2 minuten eerder ter plaatse. De first responders (incl. burgerhulpverleners) waren in 80% van de gevallen al gestart met reanimeren als de ambulance arriveerde.
De first responders (incl. burgerhulpverleners) waren in 80% van de gevallen al gestart met reanimeren als de ambulance arriveerde.
Jaarverslag RAVHM over assistentie bij reanimatie
Het ritaantal is in 2021 toegenomen ten opzichte van 2020. Vooral sinds mei is het aantal inzetten fors gestegen. Het totale stijgingspercentage was 13%. Hierbij zijn niet de assistentieritten meegenomen vanuit Rotterdam-Rijnmond en Haaglanden. Deze regio’s springen vaak bij als er een ambulance nodig is en er staat er geen paraat in Hollands Midden.
In de regio Hollands Midden wordt meer en meer gebruikt gemaakt van een zogenaamde Physician Assistant en de Verpleegkundig Specialist in de ambulancezorg .(PAA/VSA) De medewerker heeft bredere zelfstandige bevoegdheden. Deze mag daardoor bepaalde medicatie voorschrijven en meer handelingen verrichten dan diens collega van de ambulance. Deze aanvullend opgeleide ambulanceverpleegkundigen zijn actief sinds februari 2021. Vooralsnog worden deze alleen ingezet in het westen (rond Leiden en de Bollenstreek) maar in de toekomst ook in het gebied van Zuidplas, Waddinxveen en Gouda.