De Raad van State heeft het herziene plan van woningbouw in ‘t Verlaat in Zevenhuizen goedgekeurd. Eerder nog bleek de Raad het niet eens te zijn met de afstand van woningen tot de bedrijven. Dit was al in de gemeenteraad al aangekaart door VVD raadslid Molenaar en na een aanpassing van het bestemmingsplan met een geluidsscherm, heeft de Raad nu de bezwaren van de bedrijven afgewezen.
Het bestemmingsplan voorziet in de herontwikkeling van de gronden van sportpark Van ‘t Verlaat en woonzorgcentrum De Zevenster. Het bestemmingsplan maakt de bouw van in totaal 359 woningen mogelijk. Het gaat hierbij onder meer om zorgwoningen, aanleunwoningen en woonblokken met grondgebonden woningen en appartementengebouwen. De bestemming “Maatschappelijk” maakt de zorgwoningen mogelijk. De bestemming “Wonen” maakt de bouw van de andere woningen mogelijk. Dit komt deels op de plaats waar nu de tennisvereniging en de voetbalvereniging nog zit.
Gebruikers van het daar gelegen bedrijfscomplex vrezen dat zij door de korte afstand van de (zorg-)woningen tot het bedrijventerrein zullen worden belemmerd in de bedrijfsvoering. Daarom hadden zij bezwaar aangetekend. Ook vonden de bedrijven dat zij niet hun zienswijze hadden konden indienen bij het aangepast bestemmingsplan.
De gemeenteraad heeft het plan naar aanleiding van het akoestisch onderzoek gewijzigd vastgesteld door een aanduiding voor een geluidsscherm toe te voegen aan de verbeelding en een voorwaardelijke verplichting voor een geluidsscherm op te nemen in de planregels. Hiermee maakt het plan hetzelfde woningbouwproject mogelijk. De Raad van State is van oordeel dat de hiervoor genoemde wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan niet zo groot zijn dat een wezenlijk ander plan voorligt. Daarnaast hebben de bezwaarmakers haar bezwaren bij de Afdeling naar voren kunnen brengen. De Raad van Statie is van mening dat hieirmee de bezwaarmakers niet geschaad zijn in haar rechtsbeschermingsmogelijkheden
De gemeenteraad heeft na de uitspraak van de voorzieningenrechter een toets naar hinder door geur, gevaar en stof laten uitvoeren. Ook is er akoestisch onderzoek naar de bedrijfsactiviteiten op het perceel van de bezwaarmakers uitgevoerd. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit akoestische onderzoek heeft de raad in de planregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor een geluidsscherm en aan een strook langs het bedrijfscomplex de aanduiding “geluidscherm” toegekend.
Volgens de Raad van State heeft de gemeenteraad toegelicht dat hij het geluidsscherm aanvaardbaar vindt in de omgeving. Hierbij heeft de raad erop gewezen dat planologisch ook een erfafscheiding van 2 m is toegestaan en dat dit ruimtelijk aanvaardbaar wordt geacht. Er zal door het geluidscherm enige beperking van het zicht voor de bezwaarmakers optreden, maar volgens de raad moet een zwaarder gewicht worden toegekend aan het mogelijk maken van de woningbouw dan aan het ongewijzigd houden van de zichtsituatie voor de bezwaarmakers. Naar het oordeel van de Raad van State heeft de gemeenteraad zich op dit standpunt kunnen stellen.
Met deze uitspraak kan de ontwikkeling van de strook, die eerder bij een voorlopige voorziening werd stilgelegd verder ontwikkeld worden zoals het eerder beoogde plan.
