In de week tegen kindermishandeling heeft de gemeente Zuidplas aan alle scholen het boek ‘Charlie, een boek over aanraken en aanzitten’ aangeboden. De Nieuwerkerker Pieter Melsen is één van de schrijvers van het boek. In zijn werk als zedenrechercheur ziet hij dagelijks de noodzaak voor kinderen om over nare gebeurtenissen te kunnen praten.
Charlie
Een buurvrouw vraagt aan de moeder van Charlie waarom hij nooit meer buiten speelt. Dan realiseert zijn moeder zich dat er wat aan de hand is. Als Charlie thuis komt, slaat ze een arm om hem heen en start ze een gesprek. Ze begint met iets positiefs. Wat vind je het leukst als je met buurman Jan bent? En wat is er niet leuk als je met hem bent? “Hij doet dingen met me onder de dekens” zegt Charlie. “Oh, vertel eens”, vraagt mama met een rustige stem. Dit is een belangrijk moment in het boek en ook in de werkelijkheid van kinderen die te maken hebben gehad met misbruik of mishandeling. Vanuit zijn ervaring als zedenrechercheur weet Pieter Melsen hoe belangrijk het voor het kind is om te kunnen praten. “Geheimhouding weegt vaak nog zwaarder voor kinderen dan het misbruik zelf”.
Lastig gesprek
Zo’n gesprek met een kind is voor veel ouders, leraren of hulpverleners lastig. Ze zijn bang dat ze het verkeerd doen. Maar dat is volgens Melsen niet nodig. Zijn ervaring is dat kinderen het graag willen vertellen. “Als jij de gelukkige bent die het eerst het verhaal te horen krijgt, dan heeft het kind jou uitgekozen. Dat is best een bijzondere positie en daarbij kun je nooit de mist in gaan als je vragen stelt”. Dat kunnen vragen zijn zoals “Je mag me alles vertellen” en “Oh vertel eens” of “en verder, wat kun je er nog meer over vertellen”. Voor het kind is het belangrijk dat je neutraal en positief reageert op de openheid. “Het is begrijpelijk als je als ouder schrikt of emotioneel wordt, maar het kind kan zo’n negatieve reactie ervaren als een bevestiging dat hij of zij het geheim toch beter niet had kunnen vertellen”.
Zuidplas
Afgelopen week besteedde ook de gemeente Zuidplas aandacht aan de week tegen kindermishandeling. Daarvoor hebben ze aan kinderopvang en scholen het boek van Pieter Melsen aangeboden. Wethouder Frans Klovert: “seksueel misbruik is confronterend en moeilijk vatbaar. Toch is het belangrijk om het wel te benoemen. In elke klas zijn er 1 tot 2 leerlingen die er mee te maken krijgen”. Klovert vindt het mooi dat het boek door een inwoner van Zuidplas is geschreven. Hij heeft ook al een enthousiaste reactie van een andere gemeente gekregen, die het voorbeeld van Zuidplas wil volgen. “Het blijft niet bij het boek. Ik wil vaker op dit onderwerp terug komen in mijn overleg met de scholen. Zij zijn hier al alert op, maar het is zo belangrijk dat elke aandacht ervoor belangrijk blijft”.
Kinderboek van de maand
Het eerste boek, over Sam, ging over het vertellen van een ‘niet leuk geheim’. Dat boek is breed toepasbaar. Het is in 2023 een bestseller geworden en is in twee maanden betiteld tot het beste kinderboek. Zeker in de week van de kindermishandeling ziet Melsen dat het boek weer veel gekocht wordt. “We kregen veel vragen op de Instagram-site van ouders en hulpverleners over wat ze moeten doen als een kind aan hen een ‘niet leuk geheim’ vertelt”. Daarvoor heeft hij op de website de tips gegeven. “Het beste is om neutraal te reageren en door te vragen. Vervolgens kun je een professional inschakelen”.
85% van de plegers is een bekende
Waar het boek van Sam algemeen toepasbaar is, is Charlie volgens Melsen ‘next level’. Dat gaat specifiek over seksueel misbruik. “In boeken werd vaak een cliché beeld geschetst. Een bang kind in een hoekje en een enge, vieze pleger. De werkelijkheid is anders. Uit de laatste cijfers blijkt dat 85% van de plegers een bekende is van het kind en die het kind vertrouwt. En in elke klas zitten twee kinderen die te maken hebben of krijgen met seksueel misbruik”. Hij verwijst naar het voorbeeld in het boek. “Buurman Jan pleegt het misbruik. Ze doen leuke dingen. Totdat buurman Jan de mist in gaat. Charly wil zijn vriend niet verraden en hij wil zijn vriend niet kwijt raken. Kinderen geven signalen, maar dat zijn niet altijd signalen die direct richten op het misbruik. Ze gaan extra hun best doen op school, omdat ze denken dat ze raar zijn. Dan denken ze: laat ik maar zien dat ik niet raar ben. Charlie richt zich op boeken. Hij krijgt een kort lontje. In de nacht kan hij niet slapen”.
Multi-talent
Bij het maken van de boeken komen de talenten van Pieter Melsen op een mooie manier bij elkaar. Hij is niet alleen rechercheur en schrijver, maar ook illustrator. De tekeningen in het boek zijn door hem zelf gemaakt. “Ik geniet ervan om ‘s-avonds naar boven te gaan om te tekenen”. Na de middelbare school is hij naar het grafisch lyceum gegaan. Daar kon hij zijn creativiteit onvoldoende kwijt. Toen de kans zich voordeed, is hij in de politie-voetsporen van zijn vader gestapt. “In Rotterdam-Zuid was ik politie-agent. Dat was bijvoorbeeld een strijd tegen drugscriminaliteit. Meerdere keren heb ik deuren moeten intrappen”. Maar hij wilde meer. Dat deed hij met een studie psychologie en een baan bij de zedenpolitie. “Seksueel misbruik komt bij alle lagen van de maatschappij voor. Hoe kan het zijn dat je een mooi leven hebt en toch de fout ingaat? Het is boeiend om daar in de verhoren achter te komen”.
Nieuwerkerk aan den IJssel
De ouders van Melsen kwamen naar Nieuwerkerk toen hij zes was. Zijn vader kreeg hier een baan bij de politie. Met veel plezier woont hij in Nieuwerkerk en hij vindt het mooi dat nu ook zijn kinderen er naar school gaan. Zijn eigen carrière blijft voldoende afwisseling geven. Inmiddels werkt hij drie dagen als rechercheur. Daarnaast geeft hij lezingen over de mogelijkheden om kinderen, maar ook ouderen, aan het praten te krijgen over traumatische ervaringen. Ook is hij al weer bezig met een nieuw boek, dat in het voorjaar verschijnt. Het is een voortzetting van de lijn die met Sam en Charlie is ingezet. Maar dit keer gaat het over online misbruik. Een ander onderwerp, met dezelfde doelgroep en dezelfde uitdaging: het bespreekbaar krijgen van ‘niet leuke geheimen’.