Het lijkt te lukken om in ongeveer een maand het oude Rabobankgebouw in Nieuwerkerk aan den IJssel omgebouwd te krijgen tot opvanglocatie voor Oekraïense vluchtelingen. Het is een knap stuk werk van de gemeente Zuidplas, eigenaar Stebru en vele vrijwilligers. Als alles mee zit kunnen de eerste vluchtelingen na het weekend al opgevangen worden.
Thuis voelen
Het is maandagavond. Aan de buitenkant van de oude Rabobank aan de Beyerinkstraat in Nieuwerkerk aan den IJssel staat een rij mobiele douches. Door de ramen heen zijn vrijwilligers te zien die bedden en kasten in elkaar zetten. Carel Smits vertelt trots over het vele werk van de vrijwilligers, zijn meehelpende collega’s en de mensen van Stebru, de eigenaar van het pand. Smits is projectleider van de gemeente voor de verbouw. Over een week moet er plaats zijn voor 120 Oekraïense vluchtelingen. “We moeten praktisch zijn en kunnen niet voor een negen of een acht gaan. Maar ik vind het wel heel belangrijk dat mensen zich hier thuis gaan voelen”.
Kwaliteit en veiligheid
Deze avond werken er zo’n 30 vrijwilligers. Het zijn zowel inwoners als medewerkers van de gemeente die hun vrije avond hiervoor inzetten. Overdag zijn er ook volop professionals aan het werk. Zij zorgen dat alles goed en veilig is. Smits wijst naar een tijdelijke brandtrap: “Brandveiligheid is heel belangrijk. Het is fijn dat de brandweer vanaf het begint meedenkt”. Hij werkt nauw samen met ervaren mensen van eigenaar Stebru. “Ze zijn bescheiden, maar het is toch mooi dat een commercieel bedrijf zoals Stebru dit allemaal doet. Ze hebben een maatschappelijk hart”. Die betrokkenheid is ook te zien bij de inwoners. Het hele gebouw staat vol met hun giften, van speelgoed tot kinderbedjes en shampoo.
Per gezin een kamer
De grote ruimtes in het gebouw zijn met nieuwe wanden omgebouwd tot kamers, met daar middenin gemeenschappelijke ruimtes. Per gezin is er een kamer. Elke kamer heeft daglicht, bedden, een kast, een tafel en stoelen. “De kamers zijn ingericht zoals ik ook zelf ontvangen wil worden”, aldus Smits. De gemeente heeft voor de komende maanden catering geregeld en het beddengoed gaat door een bedrijf gewassen worden. Daarnaast is er wel de mogelijkheid om ook zelf te wassen, eten te maken en af te wassen. Aan alles is gedacht, van een ruimte voor een arts tot een grote speelkamer voor de kinderen. Ook de komende maanden zullen vrijwilligers ondersteunen, bijvoorbeeld bij het vertalen.
Overdag werken, ‘s avonds klussen
Julia en Olga hebben zich opgegeven als tolk. Zij zijn twintig jaar geleden vanuit Rusland naar Nieuwerkerk gekomen en willen graag Oekraïense vluchtelingen helpen. Tot die tijd helpen ze bij het inrichten van de kamers. Na hun werk gaan ze ’s avonds door naar het Rabogebouw. Nu zetten ze een kast in elkaar: “Het is leuk en gezellig”. Een andere klusser, José, werkt bij de gemeente. Vanavond zet ze samen met haar zoon Michiel kasten in elkaar. “We zijn wel van het klussen. Er is nog een hoop te doen en we zijn nu ervaren. We komen deze week nog wel een keer”.
Weinig thuis
De afgelopen maand is Carel Smits weinig thuis geweest. Hij is er overdag, ’s avonds en zelfs in het weekend. “Zaterdagmiddag wilde ik bij de sportwedstrijd van mijn zoon gaan kijken. De klussers waren echter zo enthousiast bezig dat ik zelf ook maar tot zes uur gebleven ben”. Hij is onder de indruk van de vrijwilligers. Bij elke kamer waar we langslopen, kijkt hij dankbaar naar binnen: “Je wordt er stil van wat deze mensen allemaal doen”.
