De rechtbank van Den Haag heeft vorige maand geoordeeld dat de gemeente Zuidplas een woning niet had mogen sluiten voor 12 maanden. De burgemeester had dit besluit genomen, omdat er in de woning een grote hoeveelheid drugs was gevonden. Een sluiting van 6 maanden was volgens de rechtbank wél gerechtvaardigd. Het verslag van de uitspraak is hieronder samengevat.
Op 26 juli 2023 werd een inwoner van Zuidplas aangehouden in een gestolen voertuig. De bevindingen bij die aanhouding gaven aanleiding voor doorzoeking van zijn permanent bewoonde woning op een recreatiepark in Zuidplas. Daarbij is in de woning en de daarbij behorende schuur 57 kilo aan verschillende soorten harddrugs aangetroffen. Ook zijn er apparaten aangetroffen die worden gebruikt bij de productie van drugs. Verder zijn ruim 300 kilogram cellulose, een verboden ploertendoder, een grote som contant geld (€ 11.700) en een tweede gestolen voertuig en onbedrukte kentekenplaten aangetroffen. De burgemeester van Zuidplas heeft toen besloten om de woning per direct te sluiten voor de duur van twaalf maanden. Het doel was om het pand aan het drugscircuit te onttrekken. De man zelf is strafrechtelijk vervolgd voor de genoemde misdrijven.
De man uit Zuidplas is het niet eens met de sluiting van zijn woning, omdat er geen overlast voor de buurt en geen feitelijke handel vanuit de woning zou zijn. Hij is in 2017 veroordeeld voor moord dan wel doodslag, maar dat is volgens hem niet relevant. Daarnaast is de man inmiddels gedetineerd, waardoor sluiting niet meer nodig zou zijn. Ook vindt hij de sluiting voor de duur van twaalf maanden onevenredig lang. De man heeft ook een partner die hierdoor niet meer in het huis kon wonen. Hij lijdt zelf aan een ernstige ziekte en heeft geen lange levensverwachting. Wellicht dat hij zijn laatste levensfase thuis kan doorbrengen. In het verslag van de rechtbank staat dat omwonenden hebben aangegeven dat ze weten dat de man geweld niet schuwt, dat hij eerder veroordeeld is geweest voor moord/doodslag en dat zij duistere activiteiten vermoedden en te angstig zijn om melding te doen.
Op 23 juli van dit jaar deed de rechtbank van Den Haag uitspraak in de zaak. De rechtbank achtte niet bewezen dat vanuit de woning handel plaats vond. Daardoor noemt de rechtbank een sluiting van 12 maanden onevenredig. De sluiting door de gemeente was wel te rechtvaardigen, maar slechts voor de duur van 6 maanden. De rechtvaardiging van de sluiting voor 6 maanden is volgens de rechtbank dat het aannemelijk is dat de woning een noemenswaardige rol speelt in de drugsketen. Dat brengt gevaar mee voor de omgeving en omwonenden, niet alleen vanwege het ontploffingsgevaar van de brandgevaarlijke chemicaliën die werden gebruikt bij de productie van de synthetische drugs, maar ook vanwege de aanzuigende werking die de grote hoeveelheid harddrugs heeft op ripdeals en geweld.
De belangen van de partner van eiser leiden ook niet tot het oordeel dat een sluitingsduur van zes maanden onevenredig is, omdat is gebleken dat de partner van eiser ergens anders onderdak heeft gekregen.
Doordat de rechter een streep heeft gezet door het besluit van de burgemeester om de woning voor 12 maanden te sluiten, moet de gemeente de griffiekosten van de procedure betalen en de gemaakte proceskosten van de man vergoeden.