8.5 C
New York
vrijdag 21 november 2025

Rekenkamer Groene Hart: Zuidplas moet aan de slag met participatie maar niet wijken voor intimidatie

De Rekenkamer van het Groene Hart heeft onderzoek gedaan naar de participatie in vier gemeenten, waaronder Zuidplas. Hieruit blijkt dat er nog verbeteringen nodig zijn in het participatieproces. Zuidplas moet daarbij ook waken voor intimidatie door belangengroepen of personen tijdens participatieprocessen.

Volgens de Rekenkamer is de gemeente Zuidplas ambitieus op het gebied van participatie in het ruimtelijk domein. De gemeente heeft alle documentatie op orde en beschikt over uitgebreid beleid, maar de toepassing in de praktijk is volgens de onderzoekers nog onvoldoende consistent en vaak onduidelijk. Zij constateren dat de ambtelijke organisatie momenteel werkt aan de actualisatie en herijking van het beleid. Het doel hiervan is een actueel en praktisch beleid waarin opgedane kennis en leerpunten uit de afgelopen periode zijn verwerkt, zodat er een betere basis ontstaat voor een eenduidige werkwijze.

Verwachtingen

Inwoners weten niet altijd wat zij kunnen verwachten, aldus de onderzoekers. Dit leidt tot teleurstelling en soms zelfs tot wantrouwen bij inwoners. Participatie werkt het beste bij visieontwikkeling of bij zeer concrete projecten, mits het proces goed wordt ingericht. Bij complexere plannen ontstaan spanningen tussen inwoners, politiek en ambtelijke organisatie, vooral als de kaders en rollen niet duidelijk zijn. Representativiteit vraagt om actieve inzet van de gemeente, om de meerstemmigheid te waarborgen. Tot slot blijkt uit de enquête – die een indicatief beeld geeft – dat slechts een klein deel van de inwoners zich serieus genomen voelt door de gemeente.

De onderzoekers hebben de participatie rond de Burgemeester Klinkhamerweg in Zevenhuizen en de aankondiging van de scholenlocatie in het Groene Hartpark te Nieuwerkerk aan den IJssel onderzocht. Hieruit blijkt dat een gerichte aanpak, zoals bij de Burgemeester Klinkhamerweg, veel beter werkt dan bij grotere projecten. Volgens de onderzoekers wordt het spanningsveld groter tussen inwoners, raad en college bij projecten zoals woningbouw, de aanleg van een weg of het realiseren van een opvanglocatie. Een voorbeeld hiervan is de casus Nieuwbouw basisscholen. De gesproken inwoners zijn minder positief en uiten kritiek op de onduidelijkheid over de invloed van hun inbreng en onenigheid over de verslaglegging.

5% van inwoners voelde zich serieus genomen

Een van de conclusies is dat onduidelijke verwachtingen leiden tot teleurstelling en soms zelfs wantrouwen bij inwoners. “Het verwachtingsmanagement is van groot belang bij participatie, zoals bij de casus Nieuwbouw basisscholen. Ook de respondenten in de enquête zijn kritisch; zij gaven aan dat hun inbreng nauwelijks of helemaal niet serieus wordt genomen door de gemeente,” stellen de onderzoekers. Volgens hen is het van groot belang dat inwoners vooraf weten welke trede van de participatieladder wordt gebruikt en daadwerkelijk wordt toegepast, zodat helder is wat de beïnvloedingsruimte is. Slechts 5% van de respondenten uit de enquête voelt zich serieus genomen; 61% vindt dat hun inbreng nauwelijks of niet is meegenomen.

Over het resultaat van participatie heeft de Rekenkamer ook een oordeel. Zij constateren dat bij het project rondom de basisscholen de participatie inhoudelijk heeft geleid tot nieuwbouw op de huidige locaties, maar dat het participatieproces zelf rommelig verliep met wisselingen binnen de gemeentelijke organisatie, gebrekkige communicatie en onduidelijke rollen. Het participatietraject heeft inhoudelijk een positief resultaat opgeleverd vanuit het perspectief van de inwoners. Vanuit het perspectief van de scholen duurt het project echter bijzonder lang, met nadelige gevolgen voor leerlingen en medewerkers van de betreffende scholen. Tijdens deze procedure moest de gemeenteraad via een motie wethouder Zijlstra bijsturen.

Intimidatie

Volgens de Rekenkamer komt het regelmatig voor dat inwoners raadsleden laten weten wat zij van een plan vinden. Voor sommige raadsleden voelt de aanwezigheid van publiek tijdens raadsvergaderingen als intimiderend. Als een groep zich krachtig organiseert, kan er druk ontstaan op college en raad om het participatieniveau op te hogen. De geraadpleegde raadsleden geven aan dat zij in een representatieve democratie zelfstandig beslissingen moeten kunnen nemen, zonder last of ruggespraak. De Rekenkamer constateert dat een gevoel van intimidatie een zorgelijke situatie is. De gemeente heeft ervoor gekozen om de eerste rij van de publieke tribune leeg te laten. De Rekenkamer geeft dan ook het advies om intimidatie niet te normaliseren en geef voorlichting over protocollen , rechten bij intimidatie , en mentale ondersteuning en nazorg. Maak aan de betrokkenen duidelijk hoe zij incidenten kunnen melden.

Aanbevelingen

De Rekenkamer heeft een aantal aanbevelingen gedaan aan het college van B&W en de gemeenteraad. Op dit rapport had het college van B&W drie aanmerkingen, die door de Rekenkamer deels niet werden herkend en daarom niet hebben geleid tot aanpassing van de conclusies. Het is nu aan de gemeenteraad om het rapport op de politieke agenda te zetten of slechts ter kennisgeving aan te nemen.

Het hele rapport is hier te lezen

Advertentie