Uit een recent onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt jaarlijks minstens 509 ton aan medicijnresten het oppervlaktewater te bereiken in Nederland.
Het gaat om stoffen die na gebruik door een patiënt via het riool in het oppervlaktewater terecht komen. Volgens het rapport gaan concentraties van medicijnresten regelmatig over de risicogrenzen heen. Zorgelijke cijfers volgens het CDA in Zuid-Holland, want de medicijnresten vormen een risico voor dieren en planten die in het oppervlaktewater leven. “Denk bijvoorbeeld aan pijnstillers, antibiotica, bloeddrukverlagers en antidepressiva,” legt CDA-Statenlid Moniek van Sandick uit.
“We hebben alle cijfers van bijvoorbeeld de invloed van koeienmest op de vervuiling van het oppervlaktewater, maar als provincie weten we niet hoeveel we zelf als inwoners van Zuid-Holland vervuilen en welke impact dat heeft op het geheel.” De bulk van deze medicijnresten bestaat uit metformine en laxeermiddelen, die grotendeels vanzelf
afbreken en niet biologisch actief zijn. “Maar buiten deze middelen om, houden we nog steeds 190.000 kilo aan medicijnresten over in Nederland,” aldus Van Sandick.
Dat is substantieel meer dan de inschatting van 140 ton die het RIVM in 2016 maakte. “De vraag van ons is nu waar de metingen in dit onderzoek verricht zijn, hoe de cijfers van Zuid-Holland zich verhouden met andere provincies en wat we kunnen doen om de medicijnresten uit het water te krijgen.”
Volgens het rapport wordt er geen rekening gehouden met stoffen die in het onderzoek niet meegenomen zijn, maar die bij zeer lage concentraties al wel een effect hebben, zoals hormonen in de anticonceptiepil. “Voor de kwaliteit van het water zijn ze wel degelijk van belang.” Het CDA heeft daarom vragen gesteld om de omvang, impact en eventueel te nemen maatregelen voor Zuid-Holland in kaart te brengen. “Uiteindelijk zijn het landelijke cijfers, dus we moeten hier gezamenlijk een antwoord op vinden; samen met andere provincies en met waterschappen.”