Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard besluit het waterpeil in dit gebied nabij het laagste punt van Nederland niet verder aan te passen. In de veenweiden tussen Nieuwerkerk aan den IJssel en Moordrecht is het neerwaarts aanpassen, om de bodemdaling te volgen, niet langer verantwoord. Dat de waterpeilen daar niet meer naar beneden worden bijgesteld, is vandaag door het Algemeen bestuur vastgelegd in een wettelijk peilbesluit. “Dit besluit schept duidelijkheid voor iedereen. De nieuw vastgestelde waterpeilen kunnen daarmee uitgangspunt worden voor het toekomstig ruimtegebruik in dit gebied,” aldus dijkgraaf Toon van der Klugt. Het gebied zal in de toekomst door verdere bodemdaling op den duur natter worden, waardoor de bodemdaling vertraagt.
Ruim tien jaar doen verschillende overheden en onderzoeksinstituten onderzoek naar de nadelige effecten van lagere peilen en het ontwikkelen van mogelijkheden van landgebruik bij hogere waterpeilen. Uit alle onderzoeken blijkt dat neerwaartse peil-aanpassing hier eindig is door de toenemende nadelen en risico’s en stoppen met het aanpassen van de waterpeilen in dit gebied dus onvermijdelijk is. Uit de uitgevoerde maatschappelijke kosten- en batenanalyses komt de uitkomst dat naast de nadelen ook de maatschappelijke kosten en baten hier niet meer tegen elkaar opwegen. Daarom paste het hoogheemraadschap via tijdelijke peilbesluiten al lange tijd de waterpeilen niet meer aan in dit zuidoostelijk deel van de Zuidplaspolder. Het nieuwe peilbesluit heeft, conform de huidige regelgeving, geen einddatum meer, waarmee dit vasthouden van het bestaande waterpeil, “peilfixatie” genoemd, ook voor de lange termijn kan worden bestendigd.
Bij inwoners en ondernemers in het gebied is bekend dat de bodem in deze diepste polder van Nederland bij waterpeilaanpassing direct verder daalt. Ook dat het waterpeil in dit gebied daarom al 19 jaar niet meer is aangepast. Door nu in het peilbesluit op te nemen dat de huidige waterpeilen ook in de toekomst niet worden aangepast, geeft het hoogheemraadschap duidelijkheid over de toekomst aan de gebruikers. Zo kunnen zij zich tijdig voorbereiden op de toekomstige gevolgen van deze noodzakelijke beslissing.
Doordat de waterpeilen niet aangepast worden aan de bodemdaling, vertraagt bodemdaling, maar zal deze nog wel enige tijd doorgaan. Hoe hiermee kan worden omgegaan, wordt besproken in het overleg met de stuurgroep Transitie Restveen. Daarin bespreken de provincie Zuid-Holland, die dit gebied vanwege deze eindigheid tot “knikpuntgebied” heeft bestempeld, de gemeente Zuidplas en het hoogheemraadschap hoe samen met de betrokken agrarische ondernemers en andere grondeigenaren in het gebied tot mogelijke oplossingen of aanpassingen kan worden gekomen. Ook wordt hierbij gekeken naar een nieuwe toekomst voor dit agrarische gebied. “Het transitieoverleg voor deze polder loopt al erg lang. Er moet ons inziens sneller perspectief komen voor de bedrijven in dit gebied. Hopelijk geeft de duidelijkheid van dit peilbesluit een extra impuls aan dit transitieoverleg.”, aldus Toon van der Klugt.
Restveengebied
Het Restveengebied bestaat uit de zeer laaggelegen weilanden bij Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel die overbleven na de turfwinning, vandaar de naam Restveen. Deze weilanden liggen zo’n 6,5 meter onder NAP. De veenbodem daalt hier verder, o.m. door veenoxidatie ten gevolge van droogvallen van het veen. De bodem kan dan door de opwaartse druk van het grondwater daaronder openbarsten. Die ervaring hebben wij al. Dan stroomt grondwater van slechte kwaliteit direct het gebied in en deze stromen zijn maar zeer moeilijk af te sluiten. Dit zoutige, ijzerrijke grondwater is daarbij schadelijk voor de agrarische bedrijvigheid, de natuur en de bewoonde leefomgeving. Dit filmpje laat zien wat er aan de hand is.