Gericht uitheemse rivierkreeften wegvangen is een effectieve manier om de
kreeftenplaag in te dammen. Dit blijkt uit een driejarige praktijkproef van het
hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en de provincie Zuid-
Holland. Bij de proef is in de eerste twee jaar het aantal kreeften sterk verlaagd,
waarna weer waterplanten gingen groeien in het testgebied. Dit herstel zette zich voort
in 2023. In dit laatste onderzoeksjaar is getest wat het effect is van minder intensief
wegvangen.
Ministerie aan zet
Op basis van de resultaten en de opgedane kennis stelt het hoogheemraadschap dat gericht wegvangen zinvol en effectief is. De aanpak maakt ecologisch herstel mogelijk in eerder kaal- en leeggevreten wateren. “Wel vraagt deze aanpak een grootschalige, langdurige inzet, die de nodige menskracht en geld kost”, is de boodschap die hoogheemraad Josien van Cappelle afgeeft aan het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Dit ministerie is verantwoordelijk voor de aanpak van uitheemse rivierkreeften in Nederland. “Het is onzeker of en wanneer het
ministerie met concrete stappen komt. Vooralsnog heeft het ministerie alleen aangegeven, dat de totaalaanpak van uitheemse kreeften niet haalbaar is met het slechts toestaan van de vangst door beroepsvissers. Deze beroepsgroep is wettelijk gezien ook de enige die dit werk mag uitvoeren. Daarom vindt overleg plaats over alternatieven. Wij zouden graag zien, dat LNV spoedig met een aanpak komt voor een geregisseerde en gecoördineerde professionele bestrijding van uitheemse rivierkreeften.”
Verloop van het onderzoek
In een polder bij Berkenwoude in de Krimpenerwaard heeft het hoogheemraadschap de afgelopen drie jaar onderzoek gedaan naar de mogelijkheden, effectiviteit en haalbaarheid van het intensief wegvangen van Amerikaanse rivierkreeften. Hierbij is in 2021 en 2022 vooral ingezet op het verlagen van het aantal kreeften en in 2023 op het laaghouden van het kreeftenaantal. Uit het onderzoek komt naar voren, dat waterplanten de kans krijgen terug te groeien als de kreeftendichtheid lager is dan 0,7 kreeft per vierkante meter (ecologische drempelwaarde). Dit resultaat is behaald met de inzet van veel vangtuigen (800 fuiken en korven) en lange vangperioden (19 weken).
Resultaten hoopgevend
Na twee jaar intensief kreeften wegvangen keerden enkele waterplanten terug. Dit aantal nam toe in het opvolgende jaar. In 2023 is getest of dit effect standhoudt bij tweederde van de eerdere vangstinspanning. Dat blijkt het geval. In het groeiseizoen van 2023 nam de bedekking waterplanten flink toe. De onderzoeksresultaten geven aan, dat herstel van de watervegetatie mogelijk is met een voldoende grote vangstinspanning en dat het herstel kan worden behouden met een lagere inspanning. In 2024 gaat het hoogheemraadschap na of het bereikte resultaat blijft zonder dat er gericht kreeften worden weggevangen.
Positief effect op meerdere vlakken
Waterplanten hebben een sleutelrol in het onderwaterleven. Ze zorgen voor de productie van zuurstof in het water en vormen een leefgebied voor vissen en andere waterdieren. Daarmee dragen waterplanten bij aan gezond water voor mens en dier. Aanzienlijk minder uitheemse rivierkreeften is ook beter voor de stabiliteit van oevers en de grond eromheen. Een belangrijk punt, want de kreeften graven holen en meterslange gangen waardoor oevers en (agrarische) grond kunnen verzakken. Naast (financiële) schade vormt dit een veiligheidsrisico voor vee en landbewerking. Ook komt door het gegraaf extra grond in het water en dus meer bagger.