Twee daders van een babbeltrucs in Rotterdam en in Moerkapelle zijn afgelopen week veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf, waarvan de helft voorwaardelijke celstraf met een proeftijd van 2 jaar. Daarboven op moeten de daders een taakstraf van 120 uur boven op de gevangenisstraf uitvoeren. Opvallende in de zaak is dat de Rechtbank het bewijs voor een van de feiten, een babbeltruc in Moerkapelle, niet bewezen vond en hiervoor de daders vrijsprak.
De eerste man belde aan met de mededeling dat hij van het drinkwaterbedrijf was en dat hij de leiding met een apparaatje op Salmonella kwam controleren. Omdat er zogenaamd wat was, werd de tweede man er bij geroepen. Zo gebeurde het ook in Moerkapelle die dag en de vrouw kwam er naderhand achter dat er sieraden waren verdwenen.
Op camerabeelden, die iets verderop zijn gemaakt, is te zien dat de beide mannen zich op die dag wel zich hebben begeven in het complex in Moerkapelle. Maar volgens de rechtbank zijn echter geen camerabeelden waarop is te zien dat de verdachte en/of de medeverdachte het ouderencomplex, dan wel de woning van de aangeefster, te binnen gaan. Bovendien komen de signalementen die de aangeefster van de daders heeft gegeven niet overeen met het uiterlijk van de verdachte en de medeverdachte . Ook de signalementen die door buurtbewoners zijn gegeven acht de rechtbank niet sluitend.
Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook niet buiten redelijke twijfel komen vast te staan dat de verdachte één van de mannen was die in de woning van de aangeefster zijn geweest en aldaar een strafbaar feit hebben gepleegd. Maar twee soorgelijke vergrijpen zijn volgens de Rechtbank wel bewezen met daar boven op nog een keer een poging tot binnenkomen na een babbeltruc, allen in Rotterdam. Omdat die wel bewezen zijn, krijgen de mannen de cel- en taakstraf.