Het voorjaar start behoorlijk droog. De maanden februari en maart waren ongewoon droog en zonnig en ook april start met dat weerbeeld. Dit betekent dat het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) meer moeite doet om overal in haar werkgebied te zorgen voor voldoende zoetwater, de juiste waterstanden en stevige kades.
Deze eerste signalen van de bovengemiddeld droge start van het voorjaar zijn niet gunstig. Temeer omdat het ook droog is in landen om ons heen. Dit betekent dat de afvoer van rivierwater richting het gebied hierlaag is. Op de grote rivieren kan zout zeewater dan meer landinwaarts dringen. De verwachting is dat dit voorlopig zo blijft. Tegelijkertijd stijgt in de lente -het groeiseizoen- de vraag naar zoetwater. Ook de natuur ervaart de eerste gevolgen van droogte.
Voorzorgsmaatregelen
Om te zorgen voor voldoende zoetwater laat het Hoogheemraadschap vanuit de rivieren water in en zetten de peilbeheerders de waterstanden hoog waar dit kan. Voortdurend wordt dit wel in de gaten gehouden of dijken en kades niet verdrogen. Zo wordt voorkomen dat er scheuren of andere schades kunnen ontstaan. Hierom staat mogelijk in uw omgeving het water tijdelijk enkele centimeters hoger dan u normaal gewend bent.
Waterbeheer
Het hele jaar door zorgt het Hoogheemraadschap overal in haar werkgebied voor de juiste waterstanden. Daarvoor gebruikt men zowel regenwater als water vanuit rivieren zoals de Nieuwe Maas, Hollandsche IJssel en de Lek. Het water ‘stuurt’ men met onder andere stuwen, gemalen, dammen en duikers. Regenwater probeert het HHSK waar mogelijk lang in haar werkgebied te houden.
Voldoende zoetwater
Voldoende water in sloten, vaarten en plassen is belangrijk voor onder meer de stabiliteit van dijken en kades, voor de waterkwaliteit en voor het onderwaterleven. Ook (agrarische) bedrijven hebben water nodig. Als door droogte minder water door de grote rivieren stroomt, kan in het westen van Nederland een tekort aan zoetwater ontstaan. Dit komt door de invloed van het zoute zeewater dat verder landinwaarts komt. In het HHSK werkgebied merkt men dat als eerste in de regio Rotterdam. Daar kunnen we dan -door verzilting (zouter worden) van de Nieuwe Maas- weinig tot geen water uit de rivier halen. Dan moeten het Hoogheemraadschap water aanvoeren via andere routes.