Op dinsdag 15 oktober staat er op de agenda van de gemeenteraad een voorstel voor het onderhoud van de buitenruimte op de agenda. Hierbij vraagt wethouder Schuurman meer geld voor de planning van dit onderhoud en wil ook een calamiteitenpot.
Een deel van het geld dat Schuurman vraagt komt door de uitbreiding van alles wat de gemeente in beheer heeft, het zogenaamde areaal. Daarnaast wil Schuurman inzetten op bijvoorbeeld een betere openbare verlichting. Zuidplas heeft ook een aantal wettelijke taken waar meer geld voor nodig is zoals de technische installaties en een beter planmatig boomonderhoud.
De marktwerking in de aanbestedingen voor de werken speelt ook mee en dat vraagt meer geld van de begroting. Bij calamiteiten is nu nog geen budget beschikbaar en hiervoor wil Schuurman geld apart zetten. Hierbij kan gedacht worden aan extreme weersomstandigheden. Met een andere aanpak en meer geld wil Zuidplas het onderhoud duurzaam uitvoeren en de kwaliteit op peil houden. Dit is allemaal samengevat in het rapport Integraal Beheer Openbare Ruimten (IBOR) waar de raad dus een update gaat beschrijven.
In het rapport bij het raadsvoorstel valt te lezen dat het onderhoud van de buitenruimten in Zuidplas boven de door de gemeenteraad vastgestelde normen is, aldus een schouw van een aantal onafhankelijke bureau’s. Toch heeft de ChristenUnie/SGP een eigen schouw gehouden. Daar zitten nogal wat aandachtspunten in en tijdens de raadsvergadering zal dit rapport worden aangeboden aan wethouder Schuurman.
Volgens raadslid Snoei laat de kwaliteit en diversiteit van het openbaar groen op meerdere locaties nog te wensen over en voldoet niet aan het vastgestelde kwaliteitsniveau. CU/SGP wil dat die plekken voortvarend worden aangepakt. Raadslid Snoei: “De inrichting van het openbaar groen is de directe leefomgeving van de inwoner. Die moet er netjes en verzorgd uitzien. Om die reden zijn wij ook blij dat het college middelen vrijmaakt voor de omvorming van groen en initiatieven van inwoners.”
Snoei heeft op meerdere plekken met diverse inwoners in diverse dorpen een schouw gedaan en heeft dat gecombineerd met de meldingen van inwoners. Dat dit niet compleet is legt Snoei ook uit : “ik weet dat met een dergelijke schouw met inwoners nooit een volledig en representatief beeld zal geven. En dat is ook ons doel niet geweest, zoals we ook in het voorwoord beschrijven. We hebben met elkaar beelden en ervaringen van inwoners opgehaald die een aanvulling zijn op de informatie van de gemeente“.